Landgoed Rheebruggen

Het Landgoed Rheebruggen bij Uffelte ligt op een keileem- en zandopduiking omringd door uitgestrekte vochtige groenlanden. De aantrekkelijke beslotenheid van het landgoed contrasteert sterk met de weidse openheid van het omliggende agrarische gebied. Het middeleeuwse woord Rhee of Rede staat voor waterloop en riet. Over het landgoed loopt dan ook een stroompje dat bekend staat onder de naam Scheidgruppe. Deze Scheidgruppe vormde vroeger een gemeentegrens.

Geschiedenis

Een markant element op het landgoed is het ‘Borgbargien’; een middeleeuwse woonterp waarop waarschijnlijk eens een houten of stenen woontoren heeft gestaan. Mogelijk dat de geschiedenis van deze woontoren de aanleiding heeft gegeven voor het ontstaan van de legende van ‘De beuze jaeger’.

De oudste berichten over het gebied Rederbroec dateren uit 1382. Het landgoed is lange tijd een adellijke bezitting geweest, gedomineerd door de havesathe Rheebruggen. Het terrein is een zeer oud cultuurlandschap, gelegen op een dekzandopduiking met keileem in het stroomgebied van de Oude Vaart tussen Uffelte en Ansen. Het huidige landschap is het resultaat van een lange ontginningsgeschiedenis. De vele lanen, wallen, hakhoutcomplexen en het opgaande loofbos bepalen het karakter. Een viertal monumentale boerderijen en de talloze omwalde akkers of kampen benadrukken de activiteiten van de mens die het gebied haar huidige vorm gaf. De boerderijen op het landgoed behoren allemaal tot het nieuw-Drentse type met dubbele zijbaanders en zware rieten daken.

Tot de inkomsten van Landgoed Rheebruggen, destijds eigendom van het geslacht Van den Clooster, behoorde naast de opbrengsten van de agrarische productie en de houtverkoop ook het heffen van tol. In 1619 verkreeg de Heer van Rheebruggen het recht om tol te heffen van het verkeer tussen Ansen en Uffelte. De tol diende als vergoeding voor schade aan de groenlanden van het landgoed. Als gevolg van de kwetsbaarheid van de zandwegen en de hoge grondwaterstanden waren de koetsiers vaak gedwongen om naast de weg te gaan rijden, om niet vast te raken.

Het Huis Rheebruggen is in 1835 afgebroken. Van de vroegere havesathe is de alleen de gracht nog aanwezig. Enkele zandstenen versierselen van het huis zijn in de voorgevel van de boerderij met huisnummer 8 aangebracht.

Plantenwereld

Enkele bospercelen van het landgoed zijn al zeer oud (1630). De aanwezigheid van Bosgierstgras in de ondergroei, kenmerkend voor oude bossen, wijst daarop. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook andere typische bosplanten als Gewone salomonszegel, Dalkruid, Bosanemoon en Grote muur veelvuldig voorkomen.

Sinds het waterloopje Scheidgruppe weer watervoerend is gemaakt, zijn de groeimogelijkheden voor moerasplanten als Moerasandoorn, Echte valeriaan, Kleine egelskop en Grote waterranonkel aanmerkelijk verbeterd. Watergentianen bedekken het wateroppervlak van de Oude Vaart in de zomer met een deken van gele bloemenpracht. Het voorkomen van deze plant geeft aan dat de Oude Vaart hier en daar de keileemondergrond doorsnijdt. Op de natste plekken in de hooilanden rond het landgoed komen het zeldzame Bronkruid, maar ook Dotterbloemen en Egelboterbloemen voor.
De akkers op het landgoed bieden behalve aan het graan ook volop ruimte aan kobaltblauwe Korenbloemen en Gele ganzebloemen.

Dierenleven

Op Rheebruggen zijn veel diersoorten aan te treffen die kenmerkend zijn voor kleinschalige cultuurlandschappen, zoals Kerkuilen en diverse soorten vleermuizen. Op het landgoed zijn veel vogelsoorten te vinden, zoals Grote bonte specht, Groene specht, Havik en Buizerd. Ook de soorten die kenmerkend zijn voor rijke opgaande loofbossen, zoals Boomklever, Kleine bonte specht en Wielewaal ontbreken op Rheebruggen niet.

In de lager gelegen graslanden rondom het landgoed zijn weidevogels als Kievit en Wulp te vinden. Doordat de historische boerderijen zijn voorzien van een ‘oelebret’, kan ook de Kerkuil tot de vaste bewoners van het landgoed gerekend worden. Nergens in Drenthe komen zoveel soorten salamanders, kikkers en padden voor als op Rheebruggen. Voor een deel is deze soortenrijkdom te danken aan uitzetacties van een amfibieënliefhebber die vroeger in de buurt van het landgoed woonde.

Beheer

Bij het beheer van het landgoed gaat veel aandacht uit naar de amfibieën. Op Rheebruggen zijn dan ook veel poelen aan te treffen, waarin diverse soorten salamanders en kikkers zich kunnen voortplanten.
De Scheidgruppe is met behulp van een windmolentje opnieuw watervoerend gemaakt. Het markante waterloopje vervult nu een belangrijke rol als natte verbindingsas voor het watergebonden dieren- en plantenleven op het landgoed.

Vanuit de boerderij met huisnummer 8 wordt het agrarisch beheer van het waardevolle cultuurlandschap ter hand genomen. De boerderij fungeert als thuisbasis voor de tientallen Limousinkoeien waarmee de schrale weiden begraasd worden. Met de mest die deze koeien, ‘s winters op stal, produceren worden de oude bouwlandkampjes bemest. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden niet gebruikt, zodat de akkers volop ruimte bieden aan ouderwetse akkerkruiden.

Toegankelijkheid

Het gevarieerde landschap, de rijke historie en de vele, vrij toegankelijke zandwegen maken Rheebruggen tot een uitermate aantrekkelijk wandelgebied. Over het landgoed is een gemarkeerde wandelroute van 3 km uitgezet. De weg van Ansen naar Uffelte loopt over het landgoed.

Legende van Rheebruggen

De legende van de “Beuze Jaeger” is hier beter bekend als “Rheebroggens Borcht”. Het is afkomstig uit Dwingeloo, waar de kerk stond die aan Sint Nicolaas was gewijd.